Bouwmateriaalklassen - Evaluatie van het gedrag bij brand

bouwmateriaalklassen

Het brandgedrag van bouwmaterialen is onderverdeeld in verschillende klassen van bouwmaterialen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onbrandbare en normale of nauwelijks ontvlambare materialen. Hoogst ontvlambare bouwmaterialen zijn niet eens beschikbaar op het gebied van woningbouw.

Een huisbrand is een kwestie van minuten. Hoe verder de brand zich verspreidt, hoe moeilijker het voor de brandweer wordt om de brand te blussen. Hoe snel een brand zich in een huis kan verspreiden hangt grotendeels af van de gebruikte materialen in het huis. Dit komt omdat sommige componenten licht ontvlambaar zijn, terwijl andere vrijwel niet ontvlambaar zijn. Om het brandgevaar in te dammen, zijn de bouwmateriaalklassen en het gebruik ervan wettelijk geregeld. De indeling van de bouwmateriaalklassen en bouwonderdelen is gebaseerd op DIN 4102.

Lees ook: Dakisolatie: Laat je dak isoleren

Bouwmateriaalklassen - een eerste overzicht

Vanwege het Duitse federalisme heeft elke deelstaat ook zijn eigen wetten op het gebied van het bouwrecht, maar de DIN 4102-norm voor het brandgedrag van bouwmaterialen en -onderdelen maakt deel uit van het geldende bouwrecht in elke deelstaat. De indeling van de bouwmateriaalklassen is gebaseerd op gestandaardiseerde testprocedures. In principe wordt er een onderscheid gemaakt tussen bouwmaterialen van de klassen A en B. Bouwmateriaalklasse A omvat onbrandbare bouwmaterialen en bouwmateriaalklasse B omvat brandbare bouwmaterialen - er zijn gradaties binnen de bouwmateriaalklassen. In de woningbouw kunnen bouwmaterialen van de klassen A1, A2 en B1 vrijwel onbeperkt worden gebruikt. Voor bouwmaterialen van de klassen B2 en B3 gelden speciale voorschriften. Zo moet er bijvoorbeeld een speciale beschermende coating worden aangebracht.

Niet-ontvlambaar - bouwmateriaal klassen A1 en A2

Binnen bouwmateriaalklasse A wordt onderscheid gemaakt tussen bouwmaterialen in de klassen A1 en A2. A1 duidt bouwmaterialen aan die onbrandbaar zijn of slechts kleine hoeveelheden organische, en dus brandbare, componenten bevatten. Deze bouwmaterialen omvatten bijna alle minerale bouwmaterialen zoals beton, zand, grind, klei en speciale gipskartonplaten.

A2 duidt bouwmaterialen aan die niet brandbaar zijn, maar vaak organische en dus brandbare componenten bevatten. Deze bouwmaterialen moeten altijd worden gemarkeerd met een officieel testsymbool. Tot deze bouwmaterialen behoren enkele gipskartonplaten en gipsvezelplaten, maar ook licht beton met organische toevoegingen.

Brandbaar - Bouwmateriaalklassen B1 tot B3

Binnen bouwmateriaalklasse B is er een drievoudige differentiatie van B1 naar B3. Bouwmaterialen van klasse B1 zijn brandvertragend. Tot deze bouwmaterialen behoren kurkproducten, kunststoffen, maar ook bepaalde minerale en glasvezelplaten en gipsplaat.

Bouwmaterialen van klasse B2 zijn normaal gesproken brandbaar. Deze worden gekenmerkt door het feit dat ze kunnen worden ontstoken door ontstekingsbronnen en vervolgens zichzelf blijven verbranden. Tot de bouwmaterialen van klasse B2 behoren bijvoorbeeld houten vloeren, maar ook vloerbedekkingen, kunststoffen en dakbekleding.

Bouwmateriaalklasse B3 verwijst naar bouwmaterialen die licht ontvlambaar zijn. Dit zijn onder andere bepaalde houten vloeren, onbehandelde schapenwol of stro. Deze bouwmaterialen blijven, in tegenstelling tot klasse B2 bouwmaterialen, in toenemende mate en zonder extra warmte-inbreng branden. Vanwege het hoge brandrisico kunnen B3-bouwmaterialen bijna nooit worden gebruikt in de woningbouw.

Identificeer bouwmateriaalklassen

De respectievelijke bouwmateriaalklassen kunnen worden geïdentificeerd door markering direct op het bouwmateriaal zelf of op de verpakking. Er zijn echter ook bouwmaterialen zonder speciale etikettering. Deze worden ingedeeld in een specifieke bouwmateriaalklasse in termen van de Euroklassen (A1 tot F). Bouwmaterialen van klasse A1 (onbrandbaar) alsmede hout en materialen op houtbasis met een brutodichtheid van ten minste 400 kilogram per kubieke meter en een dikte van ten minste twee millimeter zijn bijvoorbeeld vrijgesteld van de etiketteringsverplichting.