Dampfolie: wat is het en waar dient het voor?
Dampfolie in combinatie met isolatiemateriaal, zorgt ervoor dat er in een geïsoleerd huis een betere vochthuishouding plaats kan vinden. De folie voorkomt dat het isolatiemateriaal niet nat kan worden door minuscule vochtdeeltjes uit de lucht.
Dampfolie is geen standaardproduct. Voor elke omstandigheid heb je een aparte folie, met die specifieke eigenschappen die voor een bepaalde plek vereist zijn.
Hoe komen we aan vocht in huis?
Voordat we gaan beslissen welke dampfolie we waar gaan gebruiken, moeten we eerst weten waar het vocht vandaan komt, wat we met de folie tegen gaan houden. Het merendeel van het vocht in huis komt vrij via onze eigen adem, tijdens het koken en het douchen.
Bij een ‘ouderwets’ huis, verlaat dat vocht de woning via kieren en niet afgesloten randjes. In de moderne (over) geïsoleerde woningen kan dit niet meer. Als het goed is, ventileren we wel via de natuurlijke weg van een ‘raampje open’ of staat het centrale ventilatiesysteem aan. Dit haalt echter niet alle vocht weg uit het huis. Een bepaald percentage slaat neer op muren en plafonds en wordt daar geabsorbeerd. Via de betimmering of het gipspleister Komt van lieverlee dat vocht toch bij isolatiemateriaal.
Om te voorkomen dat er doorslaand vocht kan ontstaan, maken we gebruik van dampwerende folies. Deze kunnen zowel vocht van buitenaf, de koude zijde, weren als van binnenuit, de warme zijde.
Soorten dampwerende folie en hun functie
Voor gebruik binnens- en buitenshuis onderscheiden we vijf soorten dampwerende folies.
Binnenshuis, aan de warme zijde
- Dampremmende folie. Dit is een folie die condensvorming tegen moet gaan. Zo blijven constructie- en isolatiemateriaal droog. Dampremmende folie kom je het meest tegen aan de onderkant van daken, waar ze de dampdoorslag vermindert.
- Dampdichte folie. Dampdichte folie wordt ook wel een ‘dampscherm’ genoemd. Het heeft tot doel het vocht dat binnenshuis geproduceerd wordt binnen te houden. Deze soort folie wordt het meest in natte ruimten toegepast. Dampdichte folie laat totaal geen vocht door.
- Zelfregulerende dampfolie. Deze foliesoort past zich aan naar de weersomstandigheden. In de winter krimpt ze en werkt het als een dampremmende folie. Word het weer warmer, zet het uit en komen de dampopen eigenschappen naar boven. Ook deze folie wordt binnenshuis gebruikt en dan met name onder platte daken die voorzien zijn van een dikke laag isolatiemateriaal. Zelfregulerende folie is, naargelang de temperatuur, dus dampopen of dampremmend.
Buitenshuis, aan de koude zijde
- Dampopen folie. Een andere benaming voor deze folie is, dampdoorlatende folie. Deze folie is erop ontwikkeld om ervoor te zorgen dat het constructie waar het tegenaan wordt bevestigd kan blijven ademen. Zowel het vocht dat in de constructie zit, als in het isolatiemateriaal, kan zich altijd naar buiten werken. Aan de andere kant beschermt de folie de constructie tegen vocht uit de buitenlucht. Dampopen folie gebruikt men voornamelijk tegen daken en gevels.
- Dampdoorlatende folie. Dit is een foliesoort die veel wegheeft van dampopen folie. Toch is het niet helemaal hetzelfde. Deze folie laat veel minder vocht door dan dampopen folie. De eigenschappen zijn verder identiek. Vocht uit de constructie kan verdampen en vocht van buitenaf wordt tegengehouden. Dampdoorlatende folie wordt eveneens aan de buitenzijde van gevels en daken toegepast.
Welke folie? Vraag het de specialist.
In het geval dat je zelf gaat beginnen aan een isolatieklus, laat je goed voorlichten of geef het uit handen. Bij het gebruik, van de verkeerde dampwerende folie kun je in plaats van dat je huis er droger op moet worden, het juist natter maken. Bij de isolatiespecialist kun je tevens vrijblijvend en gratis een offerte opvragen. Vaak is het makkelijker een dergelijke klus uit te besteden.
Ventileren met dampwerende folie?
Ook na het aanbrengen van dampwerende folie, moet je altijd blijven ventileren. Een goede dampremmende folie houdt immers de warmte binnen en de kou buiten. Toch is het van belang dat er in een woning altijd een actieve luchtcirculatie is. Hiermee blijft het huis niet alleen fris en vrij van geurtjes, ook bacteriën en virussen geef je zo geen kans.
Ventileren betekent niet dat je met het raam open in de kou moet zitten. Houdt het voor een gewoonte, om altijd in elk vertrek een rooster open of een bovenlicht op een kiertje te zetten. Heb je een mechanisch ventilatiesysteem, zorg er dan voor dat dit altijd draait.