Verschillende toepassingen van dakbedekkingsvilt en gelaste platen

Veel mensen zijn zich niet altijd volledig bewust van het verschil tussen dakvilt en bitumenfolie. In dit artikel kunt u lezen over de verschillende toepassingen van beide soorten bitumineus dakvilt en waar deze hun respectievelijke voordelen hebben.

Verschillende toepassingen van dakbedekkingsvilt en gelaste platen

Verschillen tussen bitumen dakbedekkingsmembranen en bitumineus dakvilt

Teerpapier draagt zijn naam ten onrechte: Nieuw "teerpapier" (dakbedekkingsvilt) bevat al tientallen jaren geen kankerverwekkende teer. Het is geïmpregneerd met bitumen, net als de bitumen dakbedekking.
Bitumen is onschadelijk voor de gezondheid.

Het belangrijkste verschil tussen een bitumen dakbedekkingsmembraan en een teerpapier is de dikte. De dikte van het materiaal is al te zien aan de productnaam:

  • Dakvilt (16,48€) R333 is 333 g/m² zwaar
  • Dakvilt R500 weegt 500 g/m², dus dikker
  • Dakvilt V13 weegt 1300 g/m² en is daarom al een bitumen dakbedekkingsmembraan.

De letters voor de cijfers geven het type dragerlaag aan. "R" staat voor ruw vilt, "V" voor glasvezelvlies. Bij draaglagen van glasvezelvlies met een overeenkomstige dikte is de handelsnaam vaak nog "dakvilt" of "dakbedekkingsmembraan", maar door de dikte is het technisch gezien al een bitumen dakbedekkingsmembraan en geen dakvilt meer.

Geschuurd dakvilt en dakbedekkingsmembranen

Zowel de dakbedekkingsmembranen als het dakvilt kunnen worden geschuurd. Hiervoor wordt fijn grind of grofkorrelig zand in de toplaag gerold om de slijtvastheid van het dakbedekkingsvilt te verhogen.

Bijzonder hoogwaardige dakbedekkingsmembranen of -vilten kunnen ook worden "gelaagd". In plaats van zand of grind worden er leisteensplinters in gerold.

Schuren is mogelijk voor zowel bitumen dakbedekkingsmembranen als gewoon dakvilt. Ongeschuurde dakbedekkingsmembranen worden in de handel vaak "naakt" of "kaal" genoemd.

Leisteenvilt V60-S4 wordt vaak ook wel "olifantenhuid" genoemd.

Verwerkingsverschillen

Dakvilt wordt altijd los gelegd. Het kan worden gespijkerd (met speciale dakviltnagels) of vastgezet met nietjes.

Dakbedekkingsmembranen daarentegen worden meestal koud verlijmd (minder vaak) of gelast om ze volledig waterdicht te maken, zelfs bij de verbindingen en de naden. Koude zelfklevende bitumen dakbedekkingsmembranen zijn ook op de markt verkrijgbaar, maar worden zelden gebruikt omdat ze aanzienlijk duurder zijn.

Verschillende toepassingsgebieden

Dakvilt wordt zeer zelden gebruikt als toplaag van een dakbedekking. Door hun geringe dikte en de lage weerstand van de dragerlaag zijn ze veel minder duurzaam dan de dikkere bitumineuze platen. Ze zouden dus vaker moeten worden vervangen.

Als zoolbedekking worden ze alleen gebruikt voor kleine gereedschapsschuren of zeer kleine tuinhuisjes. Daar zijn ze de meest kosteneffectieve dekkingsoptie. In de regel wordt de dakbedekking dan in twee lagen over elkaar heen gelegd, waarbij de bovenste laag wordt geschuurd en de onderste laag kaal wordt gemaakt.

Als een grotere duurzaamheid en waterdichtheid nodig is, wordt meestal een bitumineuze plaat (geschuurd of met leisteen) gebruikt voor de toplaag. Voor tuinhuizen kunnen ook bitumengordels, die bijzonder duurzaam zijn, worden gebruikt voor de dakbedekking.

Hoewel een coating met een bitumen dikke laag een manier zou zijn om conventionele dakbedekking duurzaam en volledig waterdicht te maken, wordt dit in de praktijk niet gedaan met goedkoop dakbedekkingsvilt vanwege de hoge kosten. Anderzijds wordt af en toe een dakvernis of coating op basis van bitumen gebruikt tegen verwering (hogere UV-bestendigheid).